We zijn allemaal kind geweest en hebben ooit de overgang gemaakt van de lagere school of basisschool naar de middelbare school…en toen kwamen we allemaal in de puberteit…de puberteit die soms je leven nogal overhoop kan gooien…
In die fase komen we Leo en Remi tegen…twee buurjongens en boezemvrienden die als broers voor elkaar zijn…we zien ze samen een fantasiespel doen in een naburige bunker…ze rennen samen door het veld met bloeiende bloemen…ze zijn gelukkig…ze slapen ook vaak bij elkaar…ook met een argeloze fysieke intimiteit: lepeltje lepeltje en met hun hoofden op hetzelfde kussen…dat is Close…misschien wel te close…het lijkt ook in hun vriendschap alsof er geen andere vrienden of vriendinnen bestaan…is dat wel gezond?…het is in ieder geval te beperkt, te eenzijdig…
Leo heeft veel fantasie – dat hij de manager wordt van Remi als hoboïst en ze samen de wereld door reizen…dat Remi een hele mooie en speciale kuiken is die een hagedis ontmoet waarmee hij naar de sterren springt – Leo is naar buiten toe ook de prater…Hij gaat in op vragen en opmerkingen en pesterijtjes van schoolgenoten…Remi zwijgt en is wat meer de volger…
Er lijkt iets met Remi aan de hand te zijn…hij slaapt slecht…en als Leo vraagt wat er is, zegt hij: ‘ik weet het niet, het is mijn hoofd, het stopt nooit’…en zijn moeder wil pertinent niet dat hij de badkamerdeur op slot doet…ze moet naar binnen kunnen…is er al eens iets voorgevallen?…Remi is de kwetsbare – misschien wil zijn naam zeggen dat hij zich vaak alleen op de wereld voelt – en Leo is de sterkere…zijn naam is afgeleid van de naam die ‘sterk en dapper als een leeuw’ betekent…voor Remi is deze vriendschap vgl. bij Leo misschien ook harder nodig als veilige basis naast de geborgenheid die zijn ouders bieden…
Als ze na de zomervakantie in dezelfde brugklas komen en natuurlijk naast elkaar zitten – zo close dat Leo even zijn hoofd op Remi’s schouder legt – komt de geruchtenmachine op gang…zijn ze soms een stelletje?…Leo verzet zich tegen die beeldvorming en Remi zwijgt…
Als een paar jongens hem pesten en roepen ‘ik ben Leo en ik ben een flikker,’ scheldt hij ze uit…en Remi zwijgt nog steeds…
Leo wil uit die beeldvorming breken en neemt meer afstand van Remi…de argeloze fysieke intimiteit is voorbij en Remi begrijpt het niet…op een gegeven moment worstelen ze met elkaar en eindigt dat in boos zwijgen…er ontstaat een periode van aantrekken en afstoten met pogingen om toch weer tot elkaar te komen…maar het lukt niet…ze willen wel vrienden zijn, maar kunnen de goede vorm niet vinden…
Zijn dit twee pubers geworden die op zoek zijn naar wie ze zijn?…
Ondertussen knoopt Leo andere contacten aan en maakt hij nieuwe vrienden…hij voetbalt en ijshockeyt…Remi speelt hobo in een jeugdorkest…maar daar ook weer als een eenling…een gespannen eenzame jongen…zo komt hij over…heeft hij misschien wél homoseksuele gevoelens?…we weten het niet…
Er ontstaat een breuk als Leo alleen naar school fietst zonder te wachten op Remi…Remi komt verhaal halen en neemt geen genoegen met smoesjes…hij raakt totaal overstuur en gaat Leo te lijf…daarna zitten ze niet meer naast elkaar in de klas…de verwijdering is compleet…
En dan is er een klasse-uitje met de bus naar het strand…en Remi is er niet…Leo
’s zoekende blik verraadt dat hij hem mist…bij terugkomst is opeens alles anders…Leo voorvoelt dat er iets met Remi aan de hand moet zijn…hij wil de bus niet uit…en hij moet uit zijn moeder trekken wat er gebeurd is…en dan vlucht hij weg…naar het huis van Remi waar hij door het raam de opengebroken deur van de badkamer ziet…
En dan is het beeld opeens even op zwart…en zien we even later Leo in het diepe donker lopen…filmisch prachtig uitgebeeld…in het klassengesprek gaat het over de emoties van woede en verdriet, maar niet over de schuldgevoelens die Leo verteren…hij loopt er alleen mee rond…geen mentor en geen vader en moeder weten daar met hem over te praten…en hij wil dat ook nog niet, zo lijkt het…
Bij het ijshockeyen valt Leo vaak…hij leeft met vallen en opstaan…steeds ligt hij weer en moet hij zien overeind te blijven…lukt dat met die zware last op zijn schouders?…het is als met de beelden van de kwekerij van zijn ouders waar Leo soms hard in meewerkt…er is een tijd van planten en een tijd van rooien…een tijd om te bewaren en een tijd om weg te gooien…
Zijn grote broer Charlie laat zien wat broer zijn betekent…ook hij slaapt lepeltje lepeltje met Leo…ook op zijn schouder rust Leo’s hoofd…het is bijna symmetrisch met de relatie die Leo met Remi had…natuurlijk kan Charlie Remi niet vervangen, maar die grote broer geeft met zijn nabijheid rust en troost…hoe belangrijk is dat!…
En dan de relatie tussen Leo en Remi’s moeder Sophie…Sophie die Leo al eerder haar ‘toegewijde extra zoon’ noemde, hij was immers kind aan huis bij haar en als een broer voor Remi…Sophie betekent wijsheid en ze lijkt ook een wijze vrouw in haar omgang met Leo…voorzichtig zoekend…gastvrij…ruimte gevend…totdat Leo het niet langer voor zich kan houden en haar in de auto huilend opbiecht dat hij zichzelf schuldig acht, omdat hij Remi heeft weggeduwd…
Dan komt bij Sophie even de radeloze woede boven over haar verloren zoon…ze zet Leo de auto uit…maar ze komt al snel tot bezinning…en in het bos staan ze dan tegenover elkaar…Remi met een stok in zijn hand om zich te verdedigen…maar Sophie nadert voorzichtig en ze omhelzen elkaar…ze aanvaardt Leo met al zijn gevoelens…en dat is voor hem genezend en bevrijdend…
In de laatste filmbeelden zien we Leo bij het huis van Sophie door het raam kijken…het huis is leeg…en hij loopt nu alleen terug door het bloemenveld …het bloemenveld waar hij een jaar eerder met Remi doorheen rende…want er is een jaar voorbij…het is na vier seizoenen van planten en rooien weer zomervakantie…Leo kijkt nog één keer om…en vervolgt dan zijn weg…het is een hoopvol einde: ondanks het trauma van een ingrijpend verlies, komt deze puber er wel…
Ik moet bij deze levens denken aan het bijbelboek Prediker: er is een tijd om te planten en een tijd om te rooien, een tijd om te huilen en een tijd om te lachen…er is een tijd om te omhelzen en een tijd om af te weren…een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen…een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken…
Wij zijn geen kinderen meer, geen pubers…of misschien soms nog wel…we dragen het kind immers altijd in ons mee…en ook wij leven met al die tijden…soms ook met een tijd van verliezen…dat de hoop en het nieuwe begin dan maar mogen winnen…